Voor de meeste ouders is de geboorte van een kindje met Downsyndroom een schok, zeker als het onverwacht komt. Vreugde, verdriet en zorgen wisselen elkaar af, alles loopt ineens anders dan je had verwacht. Iedereen moet wennen aan het idee, maar bij de een gaat de acceptatie wat sneller dan bij de ander. Wat alle ouders wel gemeen hebben is dat ze meteen heel veel vragen hebben. Hier vertellen ouders hun ervaringen toen zij hoorde dat hun kindje de diagnose syndroom van Down kregen.
Jacob (38), vader van Alicia (4)
De eerste dag was een schok. Het hoogte- en diepte punt in mijn leven zaten dicht bij elkaar. Op dat moment zit je even in zak en as. Wat mij meteen goed deed was dat mensen me kwamen feliciteren. Oh ja, dacht ik, je bent zelf erg bezig met de onderzoeken en zo, maar er is ook nog een kindje geboren.
We wilden erg graag een kind, maar dit ging niet eenvoudig, dus we waren erg blij met Alicia. Toen de bevestiging Downsyndroom kwam, heb ik de dokter twee dingen gevraagd: haar levensverwachting, dat wisten ze niet goed. Op zich normaal. En de andere vraag was wat moet ik er nu mee? Het antwoord was eigenlijk; niets. Wees blij met je dochter, geef haar liefde en voedsel, net als elk ander kind. Sindsdien doet het mij heel weinig.
Annemieke (38), moeder van Fenna (5)
Voor ons was het een constatering en meer niet. Er zijn veel ergere dingen, we zijn blij dat ze gezond is. We hebben ook geen rouwperiode gehad, zoals je soms hoort. Dat schijnt redelijk uniek te zijn, de meeste mensen schrikken wel behoorlijk, hebben verdriet en rouw en moeten verwachtingen bijstellen. Misschien hadden wij wel geen expliciete verwachtingen van ons kind, we waren gewoon blij dat ze er gezond en wel was en beschouwden deze handicap als jammer, maar geen ramp. En dat is nog steeds zo.
Nadia (35), moeder van Bilal (6)
De Islamitische omgeving, de familie en de gemeenschap, legt zich heel makkelijk neer bij de wil van God. We danken God voor wat hij ons gestuurd heeft. Het heeft zo moeten zijn, het kindje moest bij ons terecht komen. Dat was nooit een probleem. Met de andere mensen, collega’s of in het ziekenhuis, was het wat moeilijker. Als je het vertelde, vielen de gesprekken vaak stil. Mensen weten niet zo goed hoe ze daarmee om moeten gaan. Ieder heeft zijn eigen beeld van een kind met Downsyndroom. Dat heeft soms voor ongemakkelijke ogenblikken gezorgd.
Maak jouw eigen website met JouwWeb